Audit altijd nuttig en vaak zelfs leuk
Een goed functionerende ondernemingsraad beschikt over leden die de kennis en vaardigheden hebben om hun rol als OR-lid goed te kunnen vervullen. Vaak is hiervoor opleiding en training nodig. Waardevolle medezeggenschap is dus gebaat bij opleiding en training van optimale kwaliteit. Maar hoe weet je of een bureau of een instituut hieraan kan voldoen? Is er een eenvoudige manier om dat objectief te beoordelen?
In 2013 heeft de Sociaal-Economische Raad (SER) doorvoor de Stichting Certificering Opleiding Ondernemingsraden (SCOOR) opgericht. Stichting SCOOR organiseert het certificeringsproces en hanteert daarvoor scherp omschreven criteria waaraan de kandidaat moet voldoen. De feitelijke beoordeling vindt plaats door een onafhankelijk auditbureau: CIIO.
In oktober 2014 is het eerste OR-trainingsbureau gecerticeerd. Inmiddels is het 10e certificaat uitgereikt en heeft nog een flink aantal trainingsbureaus het certificaat aangevraagd.
In een SCOOR special ter gelegenheid van het 10e certificaat geven twee trainingbureaus hun visie op de waarde van het certificaat en delen zij hun ervaringen met onder meer de audit. Zo vertelt Mark Zwijnenburg van blooming: “SCOOR bleek een toetssteen te zijn, ons uit te dagen om onszelf te verbeteren. Dat werkte ook zo, want bij de audit spraken we niet alleen over onze bedoelingen en ambities, maar vooral over hoe we die dan concreet willen bereiken, wat daarvoor nodig is en of we het ook écht kunnen realiseren en we dus geen gebakken lucht verkopen. Wij vonden dat een erg plezierige en leerzame benadering, die ook aansluit bij onze dagelijkse manier van werken."
Ook lichten twee OR-voorzitters toe waarom voor hen het SCOOR-certificaat van waarde is bij de keuze van een trainingspartner. Tot slot komt ook CIIO aan het woord in de SCOOR special, op pagina 11. Gerrit Corbijn zegt onder meer: “Certificering helpt om de organisatie als geheel en de individuele trainers, scherp te houden. Dat is belangrijk, want zeker bij door de wol geverfde trainers, die al jaren dit werk doen, bestaat de kans dat men in routines vervalt, minder kennis deelt en niet meer zo openstaat voor vernieuwing. Dat komt medezeggenschap niet ten goede. Gecerti ceerde trainingsinstituten zijn zich van dat risico bewust en hebben hun processen zodanig ingericht dat dit wordt voorkomen. Dat kan door intervisie en door opdrachten met elkaar te bespreken. Het kan ook door collegiale toetsing. Elkaar scherp houden dus. Dat kan leiden tot aanleren van nieuwe didactische vaardigheden of het gebruikmaken van nieuwe inzichten. Je vak goed bijhouden dus.”